Op een hoge sokkel staan twee kinderfiguren. Het ene kind staat met voorovergebogen rug terwijl hij de ander op zijn schouders draagt. Deze figuur helt met het lichaam achterover en houdt de armen wijduit in de lucht gespreid.
Van Luijn leefde van 1916 tot 1995. Hij volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidschool in Utrecht en vervolgens aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1939 ging hij werken bij Jo Uiterwaal, van wie ook diverse beelden in Utrecht staan. In de oorlog was Van Luijn actief in het verzet en moest hij uiteindelijk ook een half jaar onderduiken. Na de oorlog maakte hij meerdere oorlogsmonumenten, maar ook andere beelden. In totaal maakte hij zeker 53 beelden, waarvan er 10 in Utrecht staan. Jan van Luijn heeft als docent ook veel beeldhouwers opgeleid, eerst aan de Utrechtse kunstnijverheidschool en later bij Artibus (de voorloper van de huidige kunstacademie).
In 1995 organiseerden veertig ex-leerlingen de tentoonstelling Beelden - een hommage aan Jan van Luijn. Hij maakte dit helaas niet meer mee, hij overleed drie weken voor de opening.