Op 4 oktober 1957 lanceerde de Sovjet Unie tot ieders verbazing de eerste satelliet: Spoetnik 1. Deze gebeurtenis inspireerde de kunstenaar Oswald Wenckebach in datzelfde jaar om het sculptuur De Spoetnikkijker te maken. Hij wilde ‘verbazing, angst en ongerustheid tot uitdrukking brengen’.
De Utrechtse Adviescommissie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid adviseerde op 10 december 1959 het College van B en W van Utrecht om het beeld De Spoetnikkijker aan te schaffen. Ook werd meteen de plaats geopperd waar het zou komen te staan: het plantsoen bij de Sterrenwacht.
Het college van Burgemeester en Wethouders stemde in met de aankoop van het beeld (inclusief, na kort beraad, het hondje) voor 14.000 gulden, maar over de plaats werd getwist. Zowel de Adviescommissie als Wenckebach kwam begin 1961 tot de conclusie dat de beste plaats voor het beeld nabij de Museumbrug zou zijn, omdat het daar goed te zien zou zijn voor voetgangers en verkeer en omdat de achtergrond uitstekend zou zijn.
Het besluit leek te zijn genomen en werd bekend gemaakt. Twee maanden later kreeg het College een brief binnen van de sterrenwacht Sonnenburg waarin de wens werd uitgedrukt dat het beeld in het plantsoen bij de sterrenwacht geplaatst zou worden. ‘Bij ons is de centrale berichtendienst gevestigd, die voor geheel Nederland alle aankondigingen over kunstmanen [satellieten] omrekent en doorgeeft’, zo stelde de sterrenwacht. Ook stelde het instituut met het beeld zo uitdrukking te kunnen geven aan de band tussen Stad en Universiteit.
Begin 1962 werd het besluit genomen De Spoetnikkijker inderdaad bij de sterrenwacht Sonnenburg te plaatsen en op 28 juni was zo ver: De Spoetnikkijker kreeg zijn plaats. Nog geen twee maanden later berichtte de Trouw dat het beeld was vernield. ‘De jeugd’ kreeg de schuld en Wenckebach was ontzet. Niet veel later repareerde de kunstenaar met enkele deskundigen het beeld en toen hij het beeld op zijn plaats zag, merkte hij op dat het hondje te ver van De Spoetnikkijker stond. ‘Als je zelf niet bij de opstelling bent, gaat het ook nooit goed.’, zei een geïrriteerde Wenckebach volgens de Trouw.
Tussen 1962 en 1964 werd het beeld maar liefst vier keer vernield. De gemeente had er genoeg van en besloot het beeld weg te halen, tot verdriet van de sterrenwacht. Het beeld werd in tijdelijke bruikleen aan het Centraal Museum gegeven en in de tuin van het Fentener van Vlissingenhuis aan de Maliebaan geplaatst. Zodra het toen nog in aanbouw zijnde winkelcentrum in Kanaleneiland klaar zou zijn, zou De Spoetnikkijker daar zijn definitieve plaats krijgen.
Het beeld is nooit in Kanaleneiland beland: De Spoetnikkijker is in 2007, 50 jaar na de lancering van de eerste satelliet, op verzoek van de bewoners van Utrecht teruggeplaatst bij het Servaasbolwerk. Het beeld is verstevigd en staat op een goed verlichtte plek. Er zijn geen berichten te vinden over vernielingen sindsdien.
Wenckebach heeft de meeste commotie rondom De Spoetnikkijker niet meegemaakt, hij overleed eind 1962.