De kunstopdracht bij de Cultuurcampus Vleuterweide heeft niet alleen geresulteerd in een buitenproportioneel en opvallend beeldend kunstwerk, maar daarnaast ook in een uniek muziekinstrument waar sprookjesachtige klanken uit komen. Het gaat om een dertig meter hoge ranke metalen toren, waarin honderden blauwgroene glazen bollen hangen – en ook een aantal gestemde en ongestemde glazen klokken. De klokken kunnen worden bespeeld, zowel met bestaande carillonmuziek als met nieuwe en speciaal gecomponeerde muziek. Op het openingsconcert werd een stuk van Merlijn Twaalfhoven uitgevoerd, zo’n vijfhonderd leerlingen van het op de Cultuurcampus gelegen Amadeus Lyceum namen er aan deel.
Het geluid van regen op het glas in zijn atelier bracht Bernard Heesen op de gedachte om in de toren geen bronzen, maar een glazen carillon te hangen. Er volgde een proces van ontwikkelen en testen, waarbij een beiaardier, campanoloog, componist en klavierbouwer werden betrokken. Het instrument kan zowel met een traditioneel klavier als met een keyboard bespeeld worden. De beiaardier zit daarbij niet in de toren maar op het plein, te midden van het publiek. Belangrijk voor Heesen was dat er naast het gestemde carillon van vier octaven ook een aantal vreemde, ongestemde en onberekenbare klanken in de toren werden opgenomen. De Zingende Toren wordt maandelijks bespeeld, er zullen regelmatig concerten worden georganiseerd en jaarlijks compositieopdrachten worden uitgeschreven.
Bernard Heesen (Leerdam, 1958) werd oorspronkelijk opgeleid als architect en werkt nu zo’n 25 jaar met glas. Zijn werk is de laatste jaren tentoongesteld in onder meer het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en Marres in Maastricht. Eerder maakte hij werk in opdracht voor de Trêves zaal in Den Haag. Zijn glaswerk is opgenomen in collecties van onder meer het Stedelijk Museum Amsterdam, Gemeentemuseum Den Haag en het Nationaal Glasmuseum in Leerdam.